Vrijdag 9 mei 2003:  Bordeaux - Le Barp

'k Heb een zeer slechte en korte nacht gehad. De Spanjaard en de Canadees hebben een groot stuk bos omgehakt = ronken ! De Spanjaard permitteerde het zichzelf een jointje te roken, en de Canadees is pas om 5.30 uur is zijn bed geduikeld, stomdronken. Om 6 uur vond ik het welletjes en begon me klaar te maken. Ook niet zonder lawaai te maken, maar het deerde mijn murwgerookte en ladderzatgedronken kamergenoten niet.
Om 6.30 uur zat ik samen met de nachtwachter het typische Franse ontbijt te eten. Hij kende Vlaanderen goed want hij was ooit "coureur" geweest. Woonde zelfs meer dan 2 jaar in Kemzeke-Waas. Hij reed toen in de ploeg van Briek Schotte. Hij heeft me wel zijn naam gezegd, in dat typische Zuidfrans, maar hoe die heette weet ik niet meer. Hij had hier in Vlaanderen en Nederland veel koersen gewonnen, en schreef nu nog voor de gazet. Hij wist echt veel van de wielrennerij en schepte daar ook mee op. Maar toen ik mijn paspoort toonde en zei dat Sylvere en Romain MAES mijn grootomen waren, viel hij plat achterover. (Sorry voor de leugen, meneer pastoor!) En toen ik verder nog zei nog in het huis van onze Lucien Van Impe te hebben gewoond, was hij compleet van de kaart.(En dat is geen leugen !) Om 7.15 uur nam ik afscheid van de nachtwachter en was weg voor mijn eerste tocht door de gevreesde Landes.Maar eerst moest ik Bordeaux uit. Een lelijke stad, alleen al doordat alle grote boulevards herschapen zijn in één grote bouwwerf. De tramlijnen worden heraangelegd en de verkeersstroom was een chaos die ze zelfs op de Brusselse ring nog niet gezien hebben. Ik begin steden te haten.
In Gradignan, en elke pelgrim die Bordeaux verlaat, weet dit, kom ik bij de 12de-eeuwse kerk die ooit een opvangtehuis voor pelgrims was. Het bronzen beeld van de rustende pelgrim moet zeker op de foto. Natuurlijk samen met mezelf. Na enkele km stap ik door één van de rijke buitenwijken van Bordeaux, Cestas, gelegen tussen de eerste bossen van de Landes. Daanra volgen kaarsrechte wegen, 12 en 13 km. in Le Puch passeer ik een monument ter ere van de 82 brandweermannen die hier in 1949 zijn omgekomen door een felle bosbrand. De gevolgen zijn na al die jaren nog te zien : grote kale vlaktes. Op die weg is veel verkeer en het regent ! Te veel regen. In Magenta moet ik zelfs gaan schuilen in een verlaten boerderij. 't Is dan 13.45 u en ik heb op een sanitaire stop na in La Birade, constant gestapt. Ik ben op 7 km van Le Barp. Het regent verder en dit geeft me de gelegenheid om de innerlijke mens wat te versterken.
Iets na 14.30 u houdt het op met regenen, en 't is tijd om de laatste km aan te vatten. Uit gekregen informatie van Jacqueline Colson (Saintes) wist ik dat Le Barp een opvang had voor twee pelgrims. Daar aangekomen had ik het kot voor mij alleen. klein maar proper. Twee bedden, maar slechts 1 deken. Voor mij...meer dan genoeg. De keuken meet 80 x 140 cm en de inhoud : 1 wasbak, 1 kookplaat, 2 pannen, 1minikoffiezet, wat theezakjes, 1 pakje pasta en 3 potjes "Pateé de Canard". Maar 't is allemaal gratis, dus wie klaagt. Bij het binnenkomen van Le Barp liep ik voorbij het hotel "Le Resinier" en daar was het kostenplaatje 39 Euro. In de supermarkt kocht ik een blik "Cassoulet", fruitsap, bananen en pindanoten. Morgen staan er opnieuw 25 à 30 km rechte banen op het menu.Als alles volgens plan verloopt, ben ik volgende zondag aan de Spaanse grens.

Frank

Vorig Terug naar dagboek Volgend