'k
Heb een zeer slechte en korte nacht gehad. De Spanjaard en de Canadees
hebben een groot stuk bos omgehakt = ronken ! De Spanjaard permitteerde
het zichzelf een jointje te roken, en de Canadees is pas om 5.30 uur is
zijn bed geduikeld, stomdronken. Om 6 uur vond ik het welletjes en begon
me klaar te maken. Ook niet zonder lawaai te maken, maar het deerde mijn
murwgerookte en ladderzatgedronken kamergenoten niet.
Om 6.30 uur zat ik samen met de nachtwachter het typische Franse ontbijt
te eten. Hij kende Vlaanderen goed want hij was ooit "coureur"
geweest. Woonde zelfs meer dan 2 jaar in Kemzeke-Waas. Hij reed toen in
de ploeg van Briek Schotte. Hij heeft me wel zijn naam gezegd, in dat
typische Zuidfrans, maar hoe die heette weet ik niet meer. Hij had hier
in Vlaanderen en Nederland veel koersen gewonnen, en schreef nu nog voor
de gazet. Hij wist echt veel van de wielrennerij en schepte daar ook mee
op. Maar toen ik mijn paspoort toonde en zei dat Sylvere en Romain MAES
mijn grootomen waren, viel hij plat achterover. (Sorry voor de leugen,
meneer pastoor!) En toen ik verder nog zei nog in het huis van onze
Lucien Van Impe te hebben gewoond, was hij compleet van de kaart.(En dat
is geen leugen !) Om 7.15 uur nam ik afscheid van de nachtwachter en was
weg voor mijn eerste tocht door de gevreesde Landes.Maar eerst moest ik
Bordeaux uit. Een lelijke stad, alleen al doordat alle grote boulevards
herschapen zijn in één grote bouwwerf. De tramlijnen worden
heraangelegd en de verkeersstroom was een chaos die ze zelfs op de
Brusselse ring nog niet gezien hebben. Ik begin steden te haten.
In Gradignan, en elke pelgrim die Bordeaux verlaat, weet dit, kom ik bij
de 12de-eeuwse kerk die ooit een opvangtehuis voor pelgrims
was. Het bronzen beeld van de rustende pelgrim moet zeker op de foto.
Natuurlijk samen met mezelf. Na enkele km stap ik door één van de
rijke buitenwijken van Bordeaux, Cestas, gelegen tussen de eerste bossen
van de Landes. Daanra volgen kaarsrechte wegen, 12 en 13 km. in Le Puch
passeer ik een monument ter ere van de 82 brandweermannen die hier in
1949 zijn omgekomen door een felle bosbrand. De gevolgen zijn na al die
jaren nog te zien : grote kale vlaktes. Op die weg is veel verkeer en
het regent ! Te veel regen. In Magenta moet ik zelfs gaan schuilen in
een verlaten boerderij. 't Is dan 13.45 u en ik heb op een sanitaire
stop na in La Birade, constant gestapt. Ik ben op 7 km van Le Barp. Het
regent verder en dit geeft me de gelegenheid om de innerlijke mens wat
te versterken.
Iets na 14.30 u houdt het op met regenen, en 't is tijd om de laatste km
aan te vatten. Uit gekregen informatie van Jacqueline Colson (Saintes)
wist ik dat Le Barp een opvang had voor twee pelgrims. Daar aangekomen
had ik het kot voor mij alleen. klein maar proper. Twee bedden, maar
slechts 1 deken. Voor mij...meer dan genoeg. De keuken meet 80 x 140 cm
en de inhoud : 1 wasbak, 1 kookplaat, 2 pannen, 1minikoffiezet, wat
theezakjes, 1 pakje pasta en 3 potjes "Pateé de Canard". Maar
't is allemaal gratis, dus wie klaagt. Bij het binnenkomen van Le Barp
liep ik voorbij het hotel "Le Resinier" en daar was het
kostenplaatje 39 Euro. In de supermarkt kocht ik een blik
"Cassoulet", fruitsap, bananen en pindanoten. Morgen staan er
opnieuw 25 à 30 km rechte banen op het menu.Als alles volgens plan
verloopt, ben ik volgende zondag aan de Spaanse grens.
Frank |