Maandag 5 mei 2003: Saintes - Pons (Mazerolles)

De klokken hebben dus na 22.00 uur niet meer geluid. En dat was al een hele geruststelling. Minder goed was echter de vochtigheid van de refuge. Het was er overdag lekker fris bij aankomst, maar 's nachts veranderde die frisheid in een onaangename klamheid.
Na een bowl koffie en een chocoladekoek, ging ik al om 7.30 uur op stap. De Bretoense velo-pelgrim lag nog te slapen. En ik wou natuurlijk zo weinig mogelijk lawaai maken. In mijn gehaastheid vergat ik echter mijn flesjes water uit de frigo mee te nemen. En ik was al een eindje Saintes uit toen ik het in de gaten kreeg. (Sorry, meneer pastoor, maar 'k heb er me daar ne vloek afgestoken, al was het wel op mezelve !)
Van Jacqueline Colson, de verantwoordelijke van de Saint-Euthrope-refuge, kreeg ik gisterenavond nog een raadgeving mee. (Zelf vertrekt ze op 20 mei in St.Jean-Pied-de-Port voor haar vierde camino). In Berneuil kon ik waarschijnlijk eten en drinken kopen. Maar dat was nog minstens twee uur stappen. Het Sint-Jacobspad slingert zich opnieuw door de velden, een 100-tal meter lager dan de beter begaanbare gemeentelijke wegen. Dus verkies ik het asfalt. Er is in die kleine dorpjes meer te zien dan in de velden.
Om 11.15 uur ben ik dus in Berneuil aan de épicerie. Uiteraard is die op een maandagmorgen gesloten. En dit was de enigste winkel tussen Saintes en Pons ! Nog 9 km voor ik een slok water zou kunnen drinken. En dat op mijn verjaardag !
Ik stap het dorpsplein op en wat zien mijn 45-jarige ogen ? Een restaurantje, en ...open ! Je moet zeker niet vragen wat ik gedaan heb ? Juist !
De dagschotel genomen voor 9,50 EURO, vin de table compris ! 't Was niet voor niets mijn verjaardag.
Om 13.15 uur vertrek ik uit Berneuil richting Pons. In het VVV verwijzen ze me naar de pastoor, père Richard. Die doet een paar telefoontjes. Om 18.00 uur komt Madame Geffré me hier halen. Zij is parochie-verantwoordelijke voor een dorpje Mazerolles, enkele kilometers buiten Pons.

Om 17.45 uur is ze reeds bij de pastorij. Madame Geffré neemt me mee naar de kerk van Saint Vivien, waar we eerst bij de nonnekens de mis bijwonen. Die dienst raakt me diep. 'k Heb me nooit eenzamer gevoeld.
Daarna neemt Marie-Thérèse Geffré (MT verder in het verhaal !) me in haar grasgroene Twingo mee voor een rit langs de bezienswaardigheden van Pons en omstreken. En terwijl ze vertelt, kijkt ze niet al te nauw naar de verkeersborden en andere weggebruikers. Een schietgebedje was geen luxe ! Niet alleen kerken worden bezocht, maar ook het "Hospice des Pelerins" (een opvangtehuis voor zieke pelgrims uit de 12de eeuw), een sinds 2001 opgerichte pelgrims-beeldengroep op een rotonde, en we bezochten zelfs haar buurman, de wijnboer. Lekkere Pineau de Charente mogen proeven, en zelfs een fles meegekregen.
Om 21.00 uur serveert MT me het avondeten, en ondertussen babbelt ze over de geschiedenis van de streek en de zin van een pelgrimstocht. Zelf deed ze ooit een stuk van de camino, van Burgos tot Leon. En als oud-lerares geschiedenis én parochie-verantwoordelijke, kan ze niet ophouden met vertellen. Tot 22.30 uur zitten we aan tafel, samen met haar nog enige inwonende, licht gehandicapte dochter, Nancy. Dan zeg ik mijn dagboek te willen bijhouden en MT begrijpt me direct. Ze gaat slapen, maar laat wel nog een halve fles wijn bij me staan. Pracht van een mens. Voor pelgrims die haar in de toekomst nog zullen ontmoeten, zeg ik graag : Niet op de rommelige woonst letten, maar kijk vooral naar de schoonheid van haar hart !

Frank

Vorig Terug naar dagboek Volgend