Met
de nieuwe schoenen van “den Aldi” gaan we op pad, al vrij vroeg. De
zon is opnieuw van de partij maar de wind is eveneens teruggekeerd. Met
een temperatuur van ongeveer 6° in de ochtend word ik verplicht om voor
het eerst ’s morgens de Goretex-vest aan te trekken. En…ze doet haar
werk voortreffelijk. Ik voel geen wind, toch niet aan de bovenste helft
van mijn lichaam. De onderste helft, dat zorgt voor de
voorbeweging, heeft zowiezo geen last van de wind.
De
kilometers vorderen goed. De blijnen voel ik niet meer. Voorlopig ! Het
landschap wordt voor het eerst wat meer heuvelachtig. Al zijn het wel
nog maar de heuveltjes van Erika, en niet de Mont Everests van Dolly
Parton. Aan Jussy een heel speciale kerk gepasseerd met een open toren
en een reusachtig Jezusbeeld dat als het ware de toren ondersteunt.
Op
zowat 5 kilometer van mijn volgende slaapplaats rijdt me een auto
voorbij met een gekende nummerplaat. Deze stopt langs de weg, en een
juichende Christine komt naar mij toegelopen. Ook onze Jef Duvel stapt
uit, met OB aan de leiband. Ook Jolien en oma stappen uit de auto. ’t
Is een moment van vreugde. Opnieuw ne kier Miers te kunnen klappen. De
Jef heeft zelfs gezorgd dat hij één van de werken van barmhartigheid
kan tot uitvoer brengen : de dorstigen laven, al was het niet met water
maar met een stevige blonde Leffe. Zelfs meer dan één !
We rijden
samen naar Chauny. Daar komen we te weten dat de jeugdherberg niet meer
bestaat. Dan maar naar de kerk gereden en proberen meneer pastoor te
vinden. Die gaf niet thuis. Naar de “Place de l’hotel de ville”. |