Na
de laatste internetverplichtingen ben ik als een blok in slaap gevallen
in een bed met echte lakens. Na zoveel dagen (of misschien zelfs weken)
voelen gewone lakens aan als satijnen. Als je vroeg onder de wol kruipt
, ben je ook vroeg wakker ; om 4.45 uur dus. Ook Hans, de Zweed, is
wakker. Ik klop op de muur rechts van mij en krijg meteen antwoord. Ook
de twee anderen, Jean en Roland, staan klaar om te vertrekken. Zonder
ontbijt verlaten we Burgos, een stad die nooit schijnt te slapen. Op dit
vroege uur is er reeds veel activiteit in de stad.
De eerste kilometers nemen Hans en Roland het voortouw aan een stevig
tempo. Ik heb het moeilijk, en kan pas volgen na twee koffies en een
Spaans ontbijt. De volgende koffie kochten we bij "sir John".
John is gepensioneerd, en "Eastender" (Londen). Vier jaar
geleden deed hijzelf de camino en zag tot zijn ontstentenis hoe pelgrims
soms aan hun lot worden overgelaten. Reeds het derde jaar nu, trekt John
van begin maart tot eind oktober de camino langs met zijn mobilhome. Hij
is de rijdende verpleger, bakker, koffiehandelaar,
waterdrager,...kortom, een moderne Tempelier. Vandaag stond hij net voor
Tardajos. Over enkele dagen wil hij in de meseta zijn, en daar is hij
voor de pelgrims als een oase voor de Toearegs.
Na de koffie bij sir John begint het landschap stilaan te veranderen. Er
zijn minder en minder bomen, en de temperatuur stijgt tot 35
graden in de schaduw.
Om
11.45 u komen we reeds bij de refuge aan. Er wordt wat gegeten en
gedoucht. Een siesta is hier geen overbodige luxe.
´s avonds leert Jean, ook sommelier geweest, dat we hier Rosé-wijn
moeten drinken. Nu we in Palencia zijn, op dezelfde breedtegraad dan
Barcelona, laten we ons dit uiteraard smaken. Jean had gelijk. Van de
"chef" krijgen we een bord ansjovis cadeau, maar we bestellen
nog enkele andere tapaz. We kennen wel calamares, maar van de andere
hebben we geen flauw idee. Tot het bordje op tafel komt.
"Callos" stond op het menu, en ik wist meteen wat het was als
het op tafel kwam. In het Frans noemt men het "andouille" en
in´t Vlaams "stukjes koeienmaag en -darm". Een
"andouilette" (de worst) had ik ooit reeds in de Franse Alpen
gegeten. Ons bordje trekt meer op "Tripes de Caen" wat ik
vorig jaar in Bretagne kreeg voorgeschoteld. t Is lekker als je er niet
naar kijkt, en het pikante chorizo-sausje maakt veel goed.
Net voor we gaan slapen, trekker donkere onweerswolken over Hornillos en
worden we getracteerd op een eerste Spaanse zomerstorm. Veel regen, veel
wind, veel bliksem en donder. In de bergen : om naar te gluren tot de
storm voorbij is ! Was het om ons moedelozer te maken, dat de cafébaas
voor morgen meer regen voorspelde ?
Frank |