,t
is een lange dag geworden. Vertrokken om 8.15 uur uit herberg waar ik
eerst nog een bericht kreeg dat ik mijn stempel persoonlijk kon gaan
afhalen bij “monsieur l`eveque”. En `t is een mooie stempel : twee
kotjes groot. Nadat ik nog wat persoonlijke gegevens uitwisselde met de
kapelaan, ook Compostela-genoot, vertrok ik voor een tocht van 35 km. De
rugzak wordt dragelijker doordat de schouderspieren het stilaan gewoon
worden. Maar hij blijft toch veel wegen. Van zodra er iemand op bezoek
komt, moet ik teenentander luxe-materiaal kwijt ; het kompas,
Esbitblokjes, slaapmatje, poncho, een spel speelkaarten,....etc.
Net
voor de Franse grens een rustpauze genomen van ongeveer 35 minuten, in
een van de zeldzame bushokjes. Voeten raken stilaan verhit door het
steeds lopen op de harde ondergrond. Nochtans probeer ik zoveel
mogelijk in de bermen te lopen, maar dit is niet altijd evident. La
douce France....vergeet het !!!!
|
grens
Frankrijk
|
Net
de grens over en Frankrijk tracteert mij zowaar op een eerste serieuze
regenbui. Tegen dat ik de regenhoes over mijn rugzak heb getrokken en ik
met veel moeilijkheden mijn poncho over mezelf en de rugzak kreeg was
heel mijnen “derriere” kletsnat. Door de hoogte van de rugzak kreeg
ik namelijk de poncho er niet over en bleven mijn billen toch niet
droog. `k had beter thuis wat geoefend maar het heeft niet geregend in
maart ! Dus...een lichte regenbroek had efficiënter geweest. |
In Saint Amand-les-Eaux twee koffies getrokken in een bar. De ober wist
meteen dat ik een pelgrim was en dat ik naar SdC trok. Er passeren er
hier meerdere, zei hij. Bij het verlaten van zijn etablissement gaf hij
mij nog de goede richting de stad uit.
In de kerk van Anzin, opgedragen aan Sainte Barbe, patrones van de
mijnwerkers, kwam ik de evenknie tegen van onze Meerse Luc De Feyter.
Hij nam me mee naar de pastoor die opnieuw een stempel in mijn
“credential” plaatste. Ooit was Anzin een bloeiende mijnwerkersstad,
en `t is er aan te zien : kleine, smerige huisjes, in lange rijen, nu
meestal bevolkt door overzeese Fransen. Ooit schreef iemand : “Sire,
er zijn geen Belgen meer” ! Maar tegen de president van Frankrijk durf
ik te zeggen : Monsieur le President, il n`y a plus des français ! De
franse bevolking hier bestaat grotendeels uit inwoners van hun vroegere
kolonies.
|
|
In
de jeugdherberg, opnieuw grotendeels bevolkt door overzeese fransen,
betaalde ik 9 EURO voor een bed, geen lakens en geen eten. Naar de
Intermarché dan maar voor het avondeten. Een light-menu bestaande uit 4
patatjes, 3 worteltjes en een kwak “vlees” dat op Vlaamse
stoofcarbonaden moest lijken. Nou ja....als men honger heeft eet je
alles ! Voor het ontbijt kocht ik verder nog 6 eitjes (die ik direct
hardkookte), een halve baguette, een plak jambon en een banaan. Ik
permitteerde me verder nog de aankoop van enkele Marsrepen voor in
moeilijke tijden. Drank was ik echter vergeten en dus werd het
water.
Morgen
een lange mars naar Cambrai. Dus...tot later !
|