Woensdag 2 april 2003: Doornik – Anzin

,t is een lange dag geworden. Vertrokken om 8.15 uur uit herberg waar ik eerst nog een bericht kreeg dat ik mijn stempel persoonlijk kon gaan afhalen bij “monsieur l`eveque”. En `t is een mooie stempel : twee kotjes groot. Nadat ik nog wat persoonlijke gegevens uitwisselde met de kapelaan, ook Compostela-genoot, vertrok ik voor een tocht van 35 km. De rugzak wordt dragelijker doordat de schouderspieren het stilaan gewoon worden. Maar hij blijft toch veel wegen. Van zodra er iemand op bezoek komt, moet ik teenentander luxe-materiaal kwijt ; het kompas, Esbitblokjes, slaapmatje, poncho, een spel speelkaarten,....etc.

Net voor de Franse grens een rustpauze genomen van ongeveer 35 minuten, in een van de zeldzame bushokjes. Voeten raken stilaan verhit door het steeds lopen op de  harde ondergrond. Nochtans probeer ik zoveel mogelijk in de bermen te lopen, maar dit is niet altijd evident. La douce France....vergeet het !!!!

 

Klik om te vergroten! Klik nadien op Vorige in werkbalk!
grens Frankrijk

Net de grens over en Frankrijk tracteert mij zowaar op een eerste serieuze regenbui. Tegen dat ik de regenhoes over mijn rugzak heb getrokken en ik met veel moeilijkheden mijn poncho over mezelf en de rugzak kreeg was heel mijnen “derriere” kletsnat. Door de hoogte van de rugzak kreeg ik namelijk de poncho er niet over en bleven mijn billen toch niet droog. `k had beter thuis wat geoefend maar het heeft niet geregend in maart ! Dus...een lichte regenbroek had efficiënter geweest.

In Saint Amand-les-Eaux twee koffies getrokken in een bar. De ober wist meteen dat ik een pelgrim was en dat ik naar SdC trok. Er passeren er hier meerdere, zei hij. Bij het verlaten van zijn etablissement gaf hij mij nog de goede richting de stad uit.
In de kerk van Anzin, opgedragen aan Sainte Barbe, patrones van de mijnwerkers, kwam ik de evenknie tegen van onze Meerse Luc De Feyter. Hij nam me mee naar de pastoor die opnieuw een stempel in mijn “credential” plaatste. Ooit was Anzin een bloeiende mijnwerkersstad, en `t is er aan te zien : kleine, smerige huisjes, in lange rijen, nu meestal bevolkt door overzeese Fransen. Ooit schreef iemand : “Sire, er zijn geen Belgen meer” ! Maar tegen de president van Frankrijk durf ik te zeggen : Monsieur le President, il n`y a plus des français ! De franse bevolking hier bestaat grotendeels uit inwoners van hun vroegere kolonies. 
Klik om te vergroten! Klik nadien op Vorige in werkbalk!
Klik om te vergroten! Klik nadien op Vorige in werkbalk!
In de jeugdherberg, opnieuw grotendeels bevolkt door overzeese fransen, betaalde ik 9 EURO voor een bed, geen lakens en geen eten. Naar de Intermarché dan maar voor het avondeten. Een light-menu bestaande uit 4 patatjes, 3 worteltjes en een kwak “vlees” dat op Vlaamse stoofcarbonaden moest lijken. Nou ja....als men honger heeft eet je alles ! Voor het ontbijt kocht ik verder nog 6 eitjes (die ik direct hardkookte), een halve baguette, een plak jambon en een banaan. Ik permitteerde me verder nog de aankoop van enkele Marsrepen voor in moeilijke tijden. Drank was ik echter vergeten en dus werd het water. 

Morgen een lange mars naar Cambrai. Dus...tot later !

 

Vorig Terug naar dagboek Volgend