Om
6.30 uur zitten we aan de ontbijttafel met de restjes van wat er nog in
onze rugzak te vinden is. Dat is niet meer zoveel. De rauwe hesp en de
appels worden bewaard voor deze middag.
We verlaten Belorado een uur na zonsopgang en het is reeds vrij warm :
22 graden. Links van ons, bij de brug over de Rio Torion, zien we de
besneeuwde toppen van het Oca-gebergte. Het Sint-Jacobspad slingert zich
op enkele meters van de drukke N.120, de enige snelweg naar Santiago de
Compostella, zoŽn 500 km verder. Vandaag moeten we 25 km wandelen naar
San Juan de Ortega waar we hopelijk een bed vinden in het klooster. De
plaatsen zijn er beperkt.
We moeten een goed 400 meter stijgen, naar "El Predaja", de
poort naar Burgos. Op 12 km van El Predaja, in Villafranca, krijgen we
een serieuze beklimming voor de voeten geworpen, en dat bij een
temperatuur die is opgelopen tot een 28 graden. Jean heeft het moeilijk.
Omdat je eigen tempo volgen beter is, ga ik alleen door, maar beloof aan
de top te wachten. Het uitzicht daar is adembenemend. We nemen er onze
lunch en genieten ondertussen van het panorama. Alleen daarom zou je de
camino doen.
Vanop de top ligt Villafranca ingebed tussen berg en bos. Een dorp...een
voorschoot groot ! Maar o zo liefelijk. Eénmaal helemaal bovenop El
Predaja waan ik mij in de Limburgse kempen. De heide bloeit hier in al
haar pracht. Gele brem, roodrosse heidestruiken witte en gele anemonen,
blauwe gentianen, grote witroze orchideeën, en zoveel meer bloemen en
planten groeien hier op afwisselend rode en vaalgele zandgronden nu
omgevormd tot beton door de hete zon en de scherpe westenwind. Ik steel
El Predaja met mijn ogen. Hier hou ik van. Na kilometers door dit gebied
te hebben gewandeld daalt de weg naar het klooster van San Juan de
Ortega.
In de refuge van het klooster is het een wanorde van jewelste. Geen
hospitalero die een beetje leiding geeft. Zo komen wij op de slaapkamer
waar nog 2 bedden vrij zijn. Omdat in de loop van de namiddag nog
meerdere pelgrims het klooster binnenstrompelen na een lange vermoeiende
dag, doen ze nog een "dormitoria" open. Iedereen heeft een
bed.
Om 18.00 uur wonen we de pelgrimsmis bij. De pastoor doet dit uiteraard
in het Spaans, maar het Onze-Vader en de Weesgegroetjes kan ik wel
meebidden in het Vlaams. Na de mis trakteert de pastoor alle pelgrims op
een mok soep. Iedere pelgrim laat dit zich welgevallen. De pastoor houdt
van zingen en leert ons rap het pelgrimslied aan. Dit is echter het sein
voor een oude Fransman om zijn mondmuzieksken (mondharmonica) boven te
halen. Nog een uur lang zingen we, al dan niet samen, enkele gekende
"vooizen". Een avond om nooit te vergeten. (FotoŽs hiervan
volgen later !)
Frank |