Woensdag 28 mei 2003: Belorado - San Juan de Ortega

Om 6.30 uur zitten we aan de ontbijttafel met de restjes van wat er nog in onze rugzak te vinden is. Dat is niet meer zoveel. De rauwe hesp en de appels worden bewaard voor deze middag.
We verlaten Belorado een uur na zonsopgang en het is reeds vrij warm : 22 graden. Links van ons, bij de brug over de Rio Torion, zien we de besneeuwde toppen van het Oca-gebergte. Het Sint-Jacobspad slingert zich op enkele meters van de drukke N.120, de enige snelweg naar Santiago de Compostella, zoŽn 500 km verder. Vandaag moeten we 25 km wandelen naar San Juan de Ortega waar we hopelijk een bed vinden in het klooster. De plaatsen zijn er beperkt.
We moeten een goed 400 meter stijgen, naar "El Predaja", de poort naar Burgos. Op 12 km van El Predaja, in Villafranca, krijgen we een serieuze beklimming voor de voeten geworpen, en dat bij een temperatuur die is opgelopen tot een 28 graden. Jean heeft het moeilijk. Omdat je eigen tempo volgen beter is, ga ik alleen door, maar beloof aan de top te wachten. Het uitzicht daar is adembenemend. We nemen er onze lunch en genieten ondertussen van het panorama. Alleen daarom zou je de camino doen.
Vanop de top ligt Villafranca ingebed tussen berg en bos. Een dorp...een voorschoot groot ! Maar o zo liefelijk. Eénmaal helemaal bovenop El Predaja waan ik mij in de Limburgse kempen. De heide bloeit hier in al haar pracht. Gele brem, roodrosse heidestruiken witte en gele anemonen, blauwe gentianen, grote witroze orchideeën, en zoveel meer bloemen en planten groeien hier op afwisselend rode en vaalgele zandgronden nu omgevormd tot beton door de hete zon en de scherpe westenwind. Ik steel El Predaja met mijn ogen. Hier hou ik van. Na kilometers door dit gebied te hebben gewandeld daalt de weg naar het klooster van San Juan de Ortega.
In de refuge van het klooster is het een wanorde van jewelste. Geen hospitalero die een beetje leiding geeft. Zo komen wij op de slaapkamer waar nog 2 bedden vrij zijn. Omdat in de loop van de namiddag nog meerdere pelgrims het klooster binnenstrompelen na een lange vermoeiende dag, doen ze nog een "dormitoria" open. Iedereen heeft een bed.
Om 18.00 uur wonen we de pelgrimsmis bij. De pastoor doet dit uiteraard in het Spaans, maar het Onze-Vader en de Weesgegroetjes kan ik wel meebidden in het Vlaams. Na de mis trakteert de pastoor alle pelgrims op een mok soep. Iedere pelgrim laat dit zich welgevallen. De pastoor houdt van zingen en leert ons rap het pelgrimslied aan. Dit is echter het sein voor een oude Fransman om zijn mondmuzieksken (mondharmonica) boven te halen. Nog een uur lang zingen we, al dan niet samen, enkele gekende "vooizen". Een avond om nooit te vergeten. (FotoŽs hiervan volgen later !)

Frank

Vorig Terug naar dagboek Volgend