Opnieuw
starten we laat: om 8.00 uur. Maar aan een verschroeiend tempo worden de
eerste 7 km afgemaald tot in Grañon.
Drie mannen zijn samen op stap maar spreken nauwelijks met elkaar onder
het stappen. Elk is met zijn eigen gedachten bezig.
Jean denkt misschien wel aan zijn vrouwtje die hij voor het eerst sinds
49 jaar huwelijk, alleen thuis heeft achtergelaten om de camino te doen.
Jean is een "marcheur". Wekelijks stapt hij 4 à 5 keer tussen
25 en 30 km. Nu doet hij de camino zonder goed te weten waarom. Hij
vertrok in alle stilte. Enkel zijn vrouw en kinderen weten ervan. En een
reden...die ontdekt hij later wel.
Roland is een vrijgezel. 44 jaar. Hij leeft alleen. En hij gebruikt zijn
overgebleven verlofdagen van vorig jaar om de camino te doen. Tegen zijn
moeder en vrienden vertelde hij dat hij voor 5 weken weg was. Ook hij
weet niet waarom hij de camino doen. Hij komt er ook wel achter.
En ik...wat ik denk....lees je in dit dagboek.
Om 11.00 uur zijn de drie pelgrims moe en stoppen op het dorpsplein van
Villamajor del Rio. Alhoewel er bijna geen kat te zien is in dit bijna
levensloze dorp krijgen we direct gezelschap van enkele honden die
bedelen om een stuk eten. Maar van ons krijgen ze niets ! Een pelgrim
eet zelfs de schil van zijn kaas op ! Zo kostbaar is het meegesleurde
voedsel. Enkele Duitse jongedames komen eveneens aan de dorpstafel
zitten. Zij eten gezonder, dus geen worst. Maar na hun 10de dag
zien ze er maar belabberd uit. Ze moeten hun voeten bewerken met tape en
Compeed. Overmorgen stoppen ze ermee. ´t Is voor hen genoeg misère
geweest.
Met mijn voeten gaat het echter ook niet fameus. De rugzak blijft te
veel wegen. Stilletjes aan ga ik mijn vuile klederen dumpen. De
KUL-T-shirt geef ik straks aan de hospitalero van Belorado. Hij is een
zeer christelijk man. Het KUL-shirt, met het mooie embleem, moet hem wel
gelukkig maken. Wel zal hij het eerst moeten wassen. Ik draag hem
nu toch al een paar weken en "Dash, witter dan wit" is hij
niet meer. Ook het ietwat zuurzouterige zweetgeurtje kan hij best
verwijderen met een Coral-sopje. Maar zelf moet ik dringend sokken
wassen. Nog 1 vers paar heb ik, en daar doe ik zeker geen 24 dagen meer
mee. 24 dagen = 24 etappes tussen 20 en 30 km. Vanuit Belorado is er nog
zo´n 527 km te gaan.
Ik begin meer en meer aan mijn thuiskomst te denken. Hetzelfde gevoel
bekruipt me als toen ik jong was, en toen reeds weken op voorhand de
komst van de Sint afwachtte. Raar....op een leeftijd van 45 jaar
gevoelens van een kind te ervaren. Raar.....maar ´t is een
wonderbaarlijk beleven.
Vanavond slapen we niet in de oude parochiale refuge, maar in de
gloednieuwe "Cuartos Cantones", 300 meter verder Belorado in.
Belorado heeft, naar Spaanse normen, een vrij groot dorpsplein met
meerdere bars en restaurantjes, een muziektoren omgeven door
paraplu-achtig gesnoeide platanen, een oude Romaanse kerk met een
vierkanten bakstenen klokkentoren met binnenin opnieuw een verguld,
ietwat kitscherig tabernakel. Zoals in vele kerken in Spanje het geval
is. Katholicisme uitgedrukt in bladgoud. Maar ´t kan ook goudverf zijn.
Een zo groot tabernakel in bladgoud zou een fortuin kosten.
Straks eten we de pelgrimsmenu om 20 uur. Steeds opnieuw is dit voor ons
een grote verrassing. Een gestresseerde serveerster zal de "Primer
plato", de "Segundo plato" en de "Postre"
afratelen in een Spaans taaltempo waarnaar zelfs de
"regulares" goed moeten luisteren. Meestal verstaan we enkel
één woord : helado ! Ijscreem dus, want dat eten ze hier met liters.
Zoals er bij ons frietkoten staan, zijn er hier in Spanje
"helado-tentjes" op elke straathoek. Helado was dus rap
geleerd.
Frank |