Zaterdag 24 mei 2003: Los Arcos - Logroņo

Deze morgen ben ik dus bij de Vlamingen in alle vroegte vertrokken. Ik moet mij bij Tine Heyvaert excuseren omdat ik gisteren "Christina schreef. Mijn eetpartner van Venezuela is alleen kunnen gaan eten. Ik had een betere compagnie gevonden. Vier Brazilianen en een meid uit Washington DC, Sarah. Met die 5 zat ik aan tafel en hebben "leute" gehad. De Brazilianen Cacao, Geraldo, Paolo en een oudere madam spraken wel een beetje Engels, maar Sarah, die ooit nog in Navarra woonde, sprak een goed muilken Spaans. En dat hielp toch iets bij het Portugees van mijn tafelgenoten. De pelgrimsmenu kregen we voor een prikje : 7,5 euro. En ´t was lekker.
´s Nachts heb ik echter zeer slechts geslapen, waarschijnlijk door de hitte. Maar toen we ´s morgens opstonden, was het 20 graden kouder, met veel bewolking waaruit later op de dag regen viel. Om 6.30 uur viel ik een paar kleine heuveltjes aan tussen Los Arcos en Viana! Toch lieten ze zich goed voelen. Toon had me verwittigd. Na Viana, waar ik een homp brood met Spaanse paté at, in de garage van een landbouwer die zijn tractor, zeker 70 jaar oud, aan het herstellen was, liep ik verder over de historische pelgrimsroute. En bij het binnenkomen van Logroņo, verlaat ik dan ook meteen mijn eerste Spaanse provincie Navarra, en beland ik in de provincie Rioja. Bij wijnliefhebbers moet dit een belletje doen rinkelen. En wees er zeker van dat ik die vanavond ook ga proeven.
Aan de refuge was het daarnet een chaos van jewelste. Met zeker 60 pelgrims stonden we aan te schuiven voor een bed. En als bij wonder ontmoet ik mijn oude vrienden Jean en Roland er opnieuw. Roland is direct een flesje wijn gaan kopen, in een winkeltje om de hoek. Dat gaat er vanavond wel in. Van de hospitaleros, die net de Kerstman zonder pak is, kreeg ik een nieuw roadbook. Hierin staat te lezen dat er tot Santiago nog zo´n 600 km is te wandelen. Als in tegen de KAV-BBQ wil thuis zijn, betekent dit dat er mij voor die 600 km nog 27 dagen resten. Misschien vrienden haal ik dit wel. Alles zal natuurlijk afhangen van de voeten en de benen, en ik durf zeggen dat die stilletjes aan echt vermoeid geraken. Een rustdag nemen doe ik echter niet meer. Dan liever een kleine etappe. En...er volgen nog enkele kleppers van dagen, op zo´n 250 km van het eindpunt. 

Met Jean en Roland zijn we drie km verder naar het station gestapt. Onze Jean, ooit chef-kok, wist ons te vertellen dat er aan een station steeds goed kan gegeten worden. Dus...wij daarheen. Onze tocht liep echter af met een grote sisser. Geen restaurant in de buurt te bespeuren. In het buffet van het station dronken we ons verdriet weg met een goede frisse pint. Met het enige Spaans dat ik ken vraag ik naar een goedkoop eethuis. De man Xomin geeft ons het adres van zijn vrienden. We keren terug naar het oude centrum van Logroņo en eten er vrij goed.
We zijn, door de lange wandeling naar het station en het rustig keuvelen na onze pelgrimsmenu, maar net op tijd binnen. Om 21.30 u sloot de refuge.
In Los Arcos was de Achillio, de Venezolaan, zijn slaapzak vergeten meenemen. Ik sleur die dus een hele dag mee. Onderweg kom ik hem tegen en wil zijn slaapzak teruggeven. Die was echter niet van Achillio. Een andere pelgrim had die achtergelaten, en Achillio had die dan maar gebruikt. Een hele dag sleurde ik dat spel rond, maar ik kan hem wel gebruiken de volgende dagen.

Frank, 16.00 uur vanuit Logroņo.

Vorig Terug naar dagboek Volgend