Woensdag 23 april 2003: Tours - St.Maure-de-Touraine

Na enkele chocoladekoeken en een halve liter melk, stap ik om 7.15 uur het hotel buiten. Aan een charmante Fransman vraag ik de weg naar de N.10 die ik toch enkele kilometers zou moeten volgen. Doe het niet, zegt hij, veel te gevaarlijk. Neem de bus tot Chambray-lès-Tours en neem vanaf daar de kleine wegen. Goede raad sla ik niet in de wind, dus ik de bus van de Ligne Verte op. Die brengt me 5 à 6 km verder buiten Tours. Er volgen prachtige kleine wegen. Licht glooiend. Enkele bossen. Enkele kastelen.
Iets voorbij het kasteel van Creuzot passeert mijn eerste medepelgrim met de fiets : een Nederlander, J. Schuppert uit Eindhoven. Hij wandelt een eindje mee, foto's worden genomen. Hij biedt me zelfs wat te eten aan : een banaan ? Ik bedank beleefd. Dan rijdt hij verder want hij wil vandaag nog Poitiers bereiken.
Iets voor de middag kom ik in Sorigny aan. Tijd voor de flinke bak koffie in een TABAC-BAR. Bij het buitenkomen bots ik bijna letterlijk op een andere pelgrim : de 60-jarige François Lanternier uit Poitiers. Er wordt wat afgebabbeld. Maar elke km moet François eens stoppen, drinken, rusten of plassen. Ergens voorbij Bourg-Cocu laat ik hem achter na zijn zoveelste rustpauze. Ik stap alleen verder tot in Ste-Catherine-de-Fierbois. 

fietsendehollander.jpg (24107 bytes)

Daar heeft ooit onze Jeanne d'Arc haar zwaard verwisseld, en is tevens een officiële stopplaats op de route naar Compostela. Helaas wordt de kerk er nu gerestaureerd en is gesloten. Maar in de "Auberge de Jeanne d'Arc" krijg ik van de bazin een stempel, vers water en een lekkere pint : alles gratis !
In St.Maure weet madame Jeannine van het VVV dat er een refuge voor pelgrims is, maar daarvoor moet ik op de gemeente zijn. Snel erheen.
Ik word er zeer goed ontvangen en geholpen. Meneer Hubert komt me halen, en brengt me naar het "Acceuil Emmaüs". Ik krijg er een kamer, een homp brood, een blik "Boeuf Bourguignon", een blik erwtjes en worteltjes, een liter melk en drie eieren. Heeft me gesmaakt.
De tweede kamer is ingenomen door meneer Gerard van Toulouse. Die stapt ook naar Santiago, en zelfs nog verder naar Fatima. Hij is protestant, maar wil toch de camino doen. Ook hij ondervindt dezelfde moeilijkheden als ik. 

acceuilemmaus.jpg (22698 bytes)

De clerus, als die er al überhaupt is, kan of wil ons, pelgrims, niet helpen aan een simpele slaapplaats. 't Is daarom dat hun kerken leeg zijn, moppert Gerard. Misschien heeft hij wel gelijk. Na père Frederic en père Philippe kon ik niet op veel hulp rekenen. Maar...'t kan beteren.
Maar hier, bij Emmaüs, ben ik echt eens goed gevallen. Het heeft me wel 650 km gekost met veel zweet en soms een traan. Maar  vrienden...zoals elke druppel regen het zeeniveau doet stijgen, zo brengt elke druppel zweet me dichter bij Santiago de Compostela. Al besef ik nu reeds dat deze stad niet het einde, maar het begin wordt van een heel andere tocht. Een tocht naar.....???

Frank

Vorig Terug naar dagboek Volgend