Nu
ook weer was er vroeg "keet" in de keet. Om 6 u was iedereen
op. Omdat ik gisteren niet de pelgrimsmenu ben gaan eten (vanwege mijn
dure internetverplichtingen !), maar eten ben gaan kopen in een
"supermercado", kon ik dus een uitgebreid ontbijt nemen. De
Luxemburgse Roland en de oude Fransman Jean dienden zich tevreden te
stellen met een paar betonkoekjes. Om 6.30 u zijn die twee samen
gestart. Voor ikzelf vertrok om 6.50 u, zei ik hen nog vaarwel want ik
ging er een lap van 40 km op geven.
Tussen Puente-la-Reina en Lorca gaat het goed bergop en bergaf. De
heuvelkammen zijn bezaaid met klaprozen, gele blaassilenes, bloeiende
buxus, raarruikende palm en zeker de wilde kamperfoelie. Zelfs in de
vroege ochtend verspreiden zij hun welriekende geur, die me een beetje
aan thuis doet denken. In onze tuin staat ook zo een exemplaar. Het
maakt mij wat weemoedig.
Om 8.00 u heb ik de twee vrienden reeds ingehaald. Ik blijf niet bij hen
maar stapt rustig door. Het roadbook zei dat de weg vlak ging zijn, maar
als die Spanjaarden denken dat dit vlak is, moeten ze ook denken dat
Nederland een diep bord is ! Vlak...vergeet het.
Om 12.00 uur kom ik in Estella aan. Het is bijna 30 graden warm. Aan de
refugio heb ik een gesprek met en Italiaan. Hij Italiaans, ik Frans.
Raar gesprek. De Italiaan blijft in Estella. Ik twijfel. Ik wil in Los
Arcos geraken, maar da`s nog 24 km.
Acht km verder is er in Villa Major Montjardin ook nog een refugio. Ik
beslis om daar te stoppen. Los Arcos halen in deze hitte is gekkenwerk.
Het is ondertussen zeer warm. In Azqueta splits de Sint-Jacobsweg. Wat
moet ik kiezen : links of rechts ? Ik besluit om rechts het pad te
volgen. Zoals ook Shaun, de fietsende Australier. Later in de refugio
vernemen we dat links ons naar de gratis-wijn-fontein van Irache zou
geleid hebben. Helaas.
Om
14.15 u kom ik in Villa Major aan. Ik word ontvangen door 2 Nederlandse
pelgrimdames. Samen wachten we tot 16.00 u vooraleer we worden ontvangen
door de vriendelijke Nederlandse hospitaleros Frč en Gerry. Voor 14
euro kan ik hier slapen, krijg ik het avondeten en het ontbijt.
Pas om 17.30 u komen Roland, de Luxemburger, en Jean, de 73-jarige
Fransman met wie ik enkele dagen geleden mijn brood deelde, het
dorpsplein opgestapt. Beiden zijn moe, maar Jean heeft toch ergens een
flesje wijn op de kop kunnen tikken en meegezeuld naar hier. Het flesje
is gekraakt na het avondeten. Gerry en Fré zijn echt vriendelijke
mensen. Anders dan andere Nederlanders die ik reeds heb ontmoet. Voor
1euro krijg ik zelfs lakens van Gerry.
´s Avonds heb ik een leuke babbel met Roland en Jean. Later op de avond
ook met Fré en Gerry, over het doel van mijn tocht. Morgen naar de
Vlaamse vrienden in Los Arcos.
Frank
|