`t
Was lang geleden dat ik nog eens een vrouw onder mij had, maar
gisterenavond is het dan toch gebeurd : ik lag bovenaan in het stapelbed
bij Jeannine, de hospitera van de refuge, vandaar....
Gisteren kreeg ik bij het "Acceuil des pelerins" de informatie
dat de tocht van vandaag minstens 8 uur in beslag zal nemen. Het is een
etappe van 27 km, waarvan er 20 km bergop gaan. De eerste 7 km zijn
keihard.
Dus...met deze informatie in het achterhoofd verlaat ik reeds om 6.45 u
de refuge. 't Is net licht aan het worden. Velen zijn reeds om 6.00 uur
vertrokken, of zelfs nog vroeger. Al snel gaat het ferm de hoogte in, en
al even snel vallen de eerste slachtoffers. Natuurlijk zijn dit de
pelgrims die vandaag aan hun eerste dag toezijn. Gisteren dus aangekomen
met de trein in St.Jean en vandaag reeds een serieuze etappe voor de
voeten gegooid krijgen. Eén voor één laat ik ze snel achter mij. Al
moet ik ook toegeven dat er echt zeer moeilijke stukken tussen zitten
waar ook ik ferm op mijn tanden moet bijten. De hartslag gaat soms tot
boven de 200 slagen per minuut. Maar ondertussen heb ik leren
doorbijten. Meestal stop ik onderweg nooit om te rusten. Na een
rustpauze diende ik mij tijdens de eerste weken steeds weer in gang te
trekken. Dit wil ik vermijden. Eenmaal vertrokken, stap ik door tot het
eindpunt. Na de klim van 20 km, volgt een steile afdaling, door het bos,
naar de adbij van Roncevalles. Deze afdaling is echt lastig, vooral door
het gewicht van de rugzak. De "deltaspieren" lijden serieus
onder deze afdaling. Om 15.00 uur kom ik uitgeput en met vermoeide
dijbeenspieren te Roncevalles aan. Aan de jeugdherberg kom ik in contact
met Floris, de postbode-op-rust, de wereldreiziger. Later meer over hem.
Er is een boek over te schrijven. Tijdens het "Menu del
peregrinos" aan 7 euro maak ik kennis met Helene en Margareth-Ann,
een Zuidafrikaanse moeder en dochter. Van de dochter, Mags voor de
vrienden, krijg ik later op het terras nog een stevige "hug"
na mijn verhaal over mijn sponsortocht.
Frank |