Woensdag 18 juni 2003: Arzua - Monte de Gozo

Gisterenavond aten we voor de laatste keer onze pelgrimsmenu. Steeds hetzelfde. Maar nu stond er iets nieuws op de kaart : repollo con chorizo. Geen van ons drie had geen flauw idee wat dit kon zijn. Zelfs het kleine woordenboekje van Hans kon ons geen uitsluitsel geven. Wel herkenden we er “pollo” in, en dit betekent kip. Maar kip met de Spaanse chorizo-worst ?

Jean en Hans bestelden voor alle zekerheid dan maar de “enselada mixta” (gemengde sla) als eerste gerecht. Ik wilde op verrassing spelen en bestelde de “repollo”. En dit heb ik dan vandaag aan den lijve kunnen ondervinden. Repollo is gestoofde kool met de pikante worst. Het turbo-effect was vandaag niet uit de lucht !

Na een simpel ontbijt, bestaande uit een koffie en een chocoladekoekje, trekken we er op uit voor onze laatste dagtocht. ’t Wordt er eentje van 32 km. We hebben gisterenavond afgesproken vanavond niet meer in een refugio te slapen. Onze laatste nacht gaan we niet meer doorbrengen bij alle andere snurkende pelgrims, maar ons te goed doen in een hostal, in Lavacolla. Lavacolla is voor Santiago de Compostella, wat Zaventem is voor Brussel.

Klik om te vergroten! Klik nadien op vorige in de werkbalk!

Het weder is iets beter dan de laatste twee dagen. Een temperatuur van 30 graden met een lichte bries. Voor pelgrims een ideaal wandelweertje. Maar de laatste dagen schijnt iedereen het wat moeilijker te krijgen. De passen worden wat korter, de kadans wat trager. Of is dit het gevolg van het naderen van Compostella ?

De grote hoogteverschillen liggen dan wel een paar dagen achter ons, toch krijgen we de eerste kilometers nog een flink stukje bergop. Daarna deinen de Gallicische bergen langzaam uit naar de Atlantische Oceaan. Vele pelgrims doen de weg tot deze oceaan, tot Capo Fisterra. Het einde van de wereld.

Klik om te vergroten! Klik nadien op vorige in de werkbalk!

Ons te karig ontbijt noopt ons tot de aankoop van een “casse-croute” zoals Jean dit zo mooi verwoordt. Een bocadillo con jamon voor de Fransman, een bocadillo con queso voor Hans, en een klein fruitkoekje voor mezelf. Ik heb niet zoveel honger. Te nerveus omdat het einde nadert ?

Na zowat 20 km blijven veel pelgrims hangen in Arca do Pino, een refuge op 20 km van de kathedraal. Wij besluiten, ondanks de vermoeidheid en de warmte, toch verder te stappen naar Lavacolla, of nog zo’n kleine 10 km. Opnieuw wisselen eiken- en eucalyptusbossen elkaar af, en geven ons beschutting tegen de felle middagszon. Tegen 14.00 uur bereiken we dit mooie dorpje. De mensen floreren hier goed dankzij de nabijheid van de luchthaven. Luxe-hotels steken hier de ogen van de pelgrims uit. Wij sliepen de laatste weken niet in 5-sterrenhotels, maar in aftandse parochielokaaltjes en verbouwde koeienstallen. Wij sliepen de laatste weken niet met onze echtgenote in een gekoeld waterbed, maar in doorgelegen stapelbedden en op vuile matrassen op de grond. Wij aten de laatste weken geen 5-gangenmenu’s, maar een pot pasta’s met een tomatensaus zonder vlees en een stuk dagenoud brood met een eindje chorizo-worst.

In Lavacolla zouden we overnachten dus in een hostal (= een hotelletje zonder sterren). Op onze vraag kregen we echter een negatief antwoord. Alles was er volzet. Geen plaats voor een arme pelgrim. Het roadbook leert ons dat er tot Monte do Gozo wel nog enkele dorpjes zijn, maar zonder slaapplaats voor pelgrims. Monte do Gozo is nog zo’n 7 km verder. We besluiten eerst een flinke hap te eten. Zo kunnen we onze batterijen opladen en krijgen we niet de verschroeiende middagszon te verduren. We eten niet de pelgrimsmenu, maar bestellen iets à la carte. Hans en Jean, beiden liefhebbers van vis, bestellen een zarzuela. De Vlaming, hoe kan het anders, een “bistec a la Jacobeo” !  

Na de maaltijd biedt de patrones van het restaurant ons een gratis degustiefje aan : Aquardiente. Twee flesjes van een halve liter van deze plaatselijke specialiteit. Dit is een likeurtje op basis van kruiden, of van vruchten of simpelweg puur. Lekker ! Vooral de kruiden-aquardiente is een aanrader. Van elke fles hebben we enkel maar eens genipt, want er restten ons nog wat kilometertjes. Het is bloedheet.

Klik om te vergroten! Klik nadien op vorige in de werkbalk!

Eénmaal door het eucalyptusbos lopen we langs de startbaan van Lavacolla. Een opstijgende Airbus doet mijn hart sneller slaan. Niet van enthousiasme, maar van schrik. Over enkele dagen moet ik voor het eerst een vliegtuig in. Liever ga ik 2000 km te voet terug !
Pas om 17.30 uur bereiken we dan eindelijk Monte do Gozo. Hier staat, op de top, een reusachtig standbeeld. Modern werkstuk ter ere van onze Paus Juan Pablo II. Ook hij is ooit als pelgrim naar Santiago de Compostella getrokken. Vermoedelijk niet volledig te voet vanuit Rome. Maar dat kon de Spanjaarden niet schelen. Elk doet de camino op zijn manier. Elk bereikt Compostella op zijn manier. Velen gaan volledig te voet of met de fiets. Anderen nemen wel eens een paar kilometer de trein of autobus. Het doet er helemaal niet toe hoe je de kathedraal bereikt. Voor een pelgrim telt enkel het waarom hij de kathedraal wil bereiken.

Klik om te vergroten! Klik nadien op vorige in de werkbalk!

Iets verder dan het standbeeld bevindt zich een complex waar 800 pelgrims onderdak kunnen vinden. De plaats doet me een beetje denken aan de CM-zomerkampen in Melchtal te Zwitserland. We zijn blij en uitgeput. Blij…want vanop de Monte do Gozo zien we Santiago de Compostella in de vallei liggen. Morgen nog 5 km….en….

Frank

Vorig Terug naar dagboek Volgend