Toen
we deze morgen opstonden, ´t was uiteraard nog donker, zag het er
buiten niet veel belovend uit. De hemel was zwaarbewolkt. Er viel lichte
regen ("moauchepies" op zijn Meers). Maar eigenlijk was het de
uitvallende mist. Je wordt er wel en niet nat van. Gallicië doet zijn
faam alle eer aan: het is groen en vochtig. Door de dikke mist zien we
niets van het landschap.
Portomarín verlaten betekent opnieuw een hoogteverschil van 300 meter
overwinnen. Eenmaal over de voetgangersbrug stijgt de weg dus over een
afstand van 12 km naar Ventas de Narón.
Om 6.00 uur konden we een fruitsapje drinken en een banaan eten. Meer
hadden we niet meer. Na 8 km, of 2 uur bergop lopen, kunnen we in Gonzar
eindelijk onze koffie drinken. Het miezert verder en we moeten onze
"raincover" over de rugzak trekken. De regenjassen laten we
waar ze zijn, in de rugzak. Het is er nog te warm voor. Het zuchtje wind
zorgt wel voor het drogen van de T-shirt en broek.
Een merkwaardige gebeurtenis in Gonzar ! Reeds 29 dagen sleurt Hans een
slaapmatrasje mee. Nu, na zowat 720 km, neemt hij er afscheid van. Nooit
gebruikt ! Altijd in de weg ! Waarom ? Op deze vraag kon Hans niet
antwoorden. Waarom dragen mensen dagen, maanden, zelfs jaren een
onnuttige last met zich mee ? Waarom draag ik al jaren een last mee ?
Pas op...de herinnering aan 1990 is geen last. ´t Is een litteken, maar
één dat ik koester : Michiel.
Hij is de reden van mijn tocht. Een tocht voor hem en Hem.
Voor hem : als definitief afscheid van de pijn ? Als dank voor zijn
aanwezigheid in ons gezin, al was dit veel te kort ? Hij was en is zeker
"my little angel", steeds dicht nabij in moeilijke momenten.
Ik praatte er zelfs mee. Hij gaf me troost, sterkte, gezelschap,
doorzettingsvermogen,... Hij, Michiel, is niet dié last die ik
meedraag. De aanvaarding van zijn afwezigheid, zijn niet-meer-zijn: da´s
de last.
Voor Hem: zeker als dank. Dat ik deze kleine mens Michiel heb mogen
kennen en liefhebben. Een mensje dat mijn leven grondig heeft veranderd.
Voor Hem: als blijvende getuigenis van mijn geloof. Ooit stond dit op
een laag pitje. Maar nu, na eenzame 80 dagen, brandt dit vuur feller dan
ooit te voren.
Er
zijn teveel positieve gebeurtenissen op mijn camino geweest die Zijn
aanwezigheid kunnen bevestigen. Uitzichtloze situaties werden na een
kort maar gemeend gebed, veranderd in momenten van intens geluk en
nederige dankbaarheid. "Wonderen" gebeuren niet alleen in
Lourdes of Fatima. Ik geloof dat ze elke dag, overal en bij iedereen
gebeuren. Een andere verklaring heb ik niet. Je kan, als je er voor
openstaat, zijn aanwezigheid voelen. Geef Hem een kleine plaats in je
hart,...en je krijgt een oceaan van ruimte terug.
Na de Alto de Rosario gaat het pad grotendeels bergaf, tot in Palas de
Rei, de laatste stad van de provincie Lugo. Het is, volgens de
paaltjeszetters, nog 65 km tot Santiago. Nog 9 km verder en we doen onze
laatste Spaanse provincie aan : La Coruña. In ´t Vlaams "De
Kroon". Op het werk ? Nog 65 km ! Nog 3 eenzame nachten ! Voor mij
hoeft dit niet meer.
De camino, onvergetelijk. Maar ik ben fysisch zogoed als leeg. Mijn
lichaam wilt rust, wil slapen, wil niets meer doen. De camino,
ongelofelijk. Mijn geest is vol. Werkt 20 uur per dag, wil dat ik
schrijf, wil dat ik meedeel, wil dat ik meer leef.
Deze dualiteit zal me nog weken kosten om te verwerken. Maar deze
camino, heeft me zoveel rijker gemaakt als mens. Dit alleen is
onbetaalbaar. Voor ons, de moderne mens-zonder-tijd: een aanrader van de
bovenste plank.
Wie zichzelf beter wil leren kennen : DE C A M I N O LOPEN
!!!
(PS : geen verslag van 17/6 want mijn tijd is op !)
Frank |