Maandag 12 mei 2003:  Labouheyre - Onesse

Op de matras van 3 cm dik, op de koude vuile betonvloer, heb ik heel de nacht geen oog dicht gedaan. Ik had al mijn klederen aangehouden om warm te kunnen blijven. 's Morgens voelden ze toch klam aan. Ik wachtte tot de zon opkwam om te kunnen vertrekken : da's  6.15 u ! Wat had ik nog in de knapzakkeuken ? Een stuk brood van vorige vrijdag, 6 cm cervela, 4 chocoladekoeken, 40 cl fruitsap en 50 cl kraantjeswater, en onverwacht vond ik nog twee potjes Actimel. omdat het maandag, en dus meestal sluitingsdag is, houd ik het ontbijt beperkt. Op het moment dat ik wil vertrekken, komt Jean-Pierre Duffau me opzoeken. Hij wil niet dat ik vertrek zonder ontbijt. Hij waggelt naar de bakker om de hoek, en keert terug met enkele baguettes en croissants. Een bowl sterke gesuikerde koffie en een ovenverse croissant is voor mij. Als ik hem wil betalen, weigert hij ! Ik beloof hem de foto van hem en zijn zoon op te sturen. Hij knikt tevreden, en vraagt een gebed voor hem in Santiago. Dat komt er zeker.
Om 7.00 uur ben ik weer op weg, via het enige dorp Escources naar Onesse. M.a.w. wil dit zeggen dat er opnieuw twee stukken lijnrechte wegen volgen van 11 en 12 km. Nu door naaldboombossen, met daartussen enkele enorme vlaktes, die gebruikt worden voor de aspergeteelt. Deze wegen zijn echt monotoon. Wel wordt de eenzaamheid tweemaal gebroken door het bezoek van twee koppels Nederlanders, op de fiets. Maar waar ik één dag overdoe, doen zij dit over één uurtje. Jullie, fietsers, gaan te snel om echt pelgrim te zijn. En doe het alleen, dat maakt je zoveel rijker. De natuur is hier bovendien zo fragiel, dat jullie fietsketting teveel lawaai maakt om te genieten van deze onwereldlijke stilte. Een stilte die enkel wordt verstoord (??) door het gezang van duizenden vogels, het getsjirpt van de krekels (die je nooit ziet),het geritsel van de eikenbladeren door een fluisterzacht noordwesterwindje. Soms hou ik halt om te luisteren : een oorverdovende stilte. In deze immense bossen maakt dit me rustig en te gelijkertijd nietig ; een hoopje mens (van 70 kg), wandelend in deze wonderlijke schepping. Het voert naar een innerlijke rust die ik bij ons nog nooit kon ervaren.

Om 14.00 uur kom ik eindelijk, doodmoe, in Onesse aan. Een stempel in de kerk moet ik niet gaan vragen, want 't is diezelfde abbé als gisteren. In de mairie krijg ik wel mijn stempel, maar een refuge hebben ze niet. Alhoewel al deze dorpen donaties krijgen van de Europese Gemeenschap om opvangfaciliteiten voor pelgrims te creëren, gebruiken ze dit geld enkel om wegwijzertjes te plaatsen;
In het hotel Caule betaal ik 31 EURO voor alles. Slapen, avondeten en ontbijt. Je kan het avondeten wel niet kiezen. 't Is eten wat de pot schaft. Maar kiezen hoeft niet. 't I huiselijke kost : aspergesoep, omelet met spek, biefstuk met "des pâtes", kaas en wijn, en als dessert een Baskisch gebak. Zeer heet en naar amandelen smakend. Net alles, na twee dagen water en brood, wat ik nodig had om nog twee dagen de Landes te moeten doorkruisen.
Morgen wordt het Taller, waar ze iets hebben voor pelgrims.

Frank

Vorig Terug naar dagboek Volgend