Gisteravond
werd afgesproken op te staan om 5.00 uur. Er stonden immers 32 km op het
programma, waarvan de meeste in stijgende lijn gingen. Kwart voor zes
verlieten we de refuge. Het was nog donker. Verloren lopen kan je echter
niet meer, toch hier niet. Je hoeft enkel de pelgrimsstroom te volgen.
Dus geen kaartlezen of gele-pijlen-zoeken.
Liepen we enkele weken geleden nog met een 30-40 pelgrims op de camino
(per etappe bekeken natuurlijk, dan is nu dit aantal opgelopen tot
150-200. Als een sliert mieren trekken we met z´n allen naar één van
de hoogste toppen van de camino. Van Villafranca naar O'Cebreiro.
Tot Herreiros, de eerste 24 km, gaan vrij geleidelijk de hoogte in.
Voorbij dit boerengat volgen we niet langer de geasfalteerde N6, maar
krijgen we een keienpad tot La Faba. Vanaf La Faba kan de hellingsgraad
soms 25 % bedragen. Jean heeft het hier echt moeilijk. Enkele jaren
geleden moet hij een hartinfarct gekregen hebben, en zijn hart werkt nu
nog voor 50 %. Ik moet Jean beschermen tegen zichzelf. Met passen als
die van een giraf, stormt hij de helling op. Het gevolg is dat hij elke
500 meter moet rusten. Ik blijf bij hem en raad hem aan om kleinere
passen te nemen, en vooral om langzamer te stappen. Geen giraffenpassen,
maar muizentripjes. Het helpt. Hans stapt in eigen tempo naar boven.
Regelmatig wacht hij ons op. Net voorbij La Faba worden getracteerd op
een koeienprocessie en de nodige foto´s worden getrokken.
Het is ondertussen 13.30 uur geworden en de hitte is ondragelijk. Het
moet om en bij de 40 graden zijn. Om u een voorbeeld te geven van mijn
persoonlijk drankverbruik, dat wel uit bronwater bestond: over de hele
beklimming naar O´Cebreiro, een afstand van 8 km, dronk ik 4 liter
water en twee pintjes bier. De pintjes werden in "Bar de Mary"
gedronken. Foto van de Spaanse Marie volgt !
De
Gallicische bergen vind ik persoonlijk mooier dan de Pyreneeën. Groener
en geler. Niet zo hard, vriendelijker. Met piepkleine dorpjes verscholen
tussen eikenbossen. Met weidse uitzichten, ietwat schemerig door de
vochtigheid van het land.
Om iets voor 6.00 uur vertrokken, komen we na harde 32 km, om 15.00 uur
eindelijk aan in O´Cebreiro. En....de refuge is volzet ! Met zeker meer
dan de helft toeristen-pelgrims. Op zowat 10 km voor O´Cebreiro lieten
ze zich in Ruitelan afzetten door een vervoersmaatschappij en liepen,
zonder rugzak en zelfs zonder blozen van schaamte, de berg op.
Natuurlijk stapt dit iets vlugger en waren zij rappen bij de refuge. Zij
hadden plaats. Wij konden op zoek naar een veel duurdere kamer. In dit
toeristendorp, wat O´Cebreiro, wel duidelijk is, vonden we een kamer
aan 46 euro. Niet goedkoop, maar we vonden dat we dit na de zware
inspanning van vandaag wel dubbel verdiend hadden. In de kamer stond een
1-persoonsbed dat Jean dubbel en dik verdiende. Het 2-persoonsbed
...ja...sinds ons huwelijk in 1983 heb ik voor het eerst met een ander
persoon dan Marieken het bed "moeten" delen. Hans, de Zweed.
Ook voor het eerst sinds 1983 sliep ik op het kantje ! Hans ook !
Sinds St.Jean-pied-de-Port, zo´n 26 dagen geleden, komen we vaak
dezelfde mensen tegen. Zoals Serge en Jeanette uit Auxerre. Serge was de
man die in San Juan de Ortega voor de muzikale omlijsting zorgde bij de
gratis pastoorssoep. Toen we hier in O´Cebreiro aankwamen lag Jeanette
uitgeteld op een harde brits. De zware inspanning en een aanval van
hypoglycemie hadden haar geveld. Maar met suikerwater en voldoende
platte rust, is ze er weer bovenop`gekomen. Morgen zal ze er weer klaar
voor staan. Wij ook.
Frank |