Woensdag 11 juni 2003: Ponferrada - Villafranca del Bierzo

Doordat ik van de Duitse hospitalera een rustige kamer kreeg aangeboden, omdat ik reeds meer dan 2000 km liep, hebben we alle drie een goede nachtrust gehad. Onze 4-persoonskamer werd opgevuld door een vierde Vlaming. Een wat excentriek man, oud-werknemer bij Belgacom. Enorm zenuwachtig. Een spring inīt veld. Hij was zelfs zo vlug, dat ik niet eens zijn naam of woonplaats ken. Aan zijn accent te horen, moet hij zeker uit het Antwerpse komen.
Door onze extra inspanning van gisteren, konden we ons permitteren om iets langer in bed te blijven liggen. Vandaag staan er maar 24 km op het pelgrimsmenu. Maar al vrij vlug, om 10 uur īs morgens, is het reeds 30 graden warm. Elke bar die we op onze weg tegenkomen, wordt dan ook bezocht om de verloren lichaamsvochten aan te vullen.
We lopen door de wijngaarden van de El Bierzo-streek. Rond de middag is het hier bloedheet, geen zuchtje wind. We zien onze "pere" ! De spieren doen nog pijn, en voelen stram aan, door de moeilijke afdaling gisteren naar Molinaseca.  Net voor Villafranca krijgen we dan nog een klein kuitenbijtertje van een heuvel als voorsmaakje voor morgen, vermoedelijk onze zwaarste etappe. Van 550 meter hoogte moeten we stijgen naar boven de 1500 meter. Volgens het roadbook 11 uur stappen, rustpauzes inbegrepen.
Na de aankomst in de refugio kopen we in een kleine tienda (winkel) alle ingrediënten om een lekkere gezonde koude schotel klaar te maken. Veel groenten en fruit. Zelfs voor mij, ongekende, opgelegde groenten, zoals pepers. Hot stuff ! De tomaten, sla, sajoscheuten, wijnazijn, olijfolie, bruin brood (eindelijk !) en een flesje Bierzo-wijn laten zich goed smaken. Het dessert bestond uit een fruitsalade van banaan en kiwi, die ik persoonlijk op smaak bracht met peper, enkele druppels wijnazijn en een scheutje witte wijn. Een Hollands koppel kan niet geloven wat ze zien. Banaan en kiwi met peper. Toch gaan ze het thuis eens uitproberen.

Om 22.00 uur is het binnen nog te heet om te kunnen slapen. Dus zit ik op de trappen van de albergue de zonsondergang te bewonderen. Meerdere foto's hiervan kan u binnen enkele dagen wel bewonderen.
Van op de trappen staat de kerk net in het midden van twee heuvelruggen, en de zon zakt langzaam door het dak van de kerk. De hemel kleurt van blauw, via alle rood-roze tinten naar grijszwart. Als de zon dan bijna volledig onder is, wordt de kerk plots verlicht door enkele sterke spots. Een gouden kerk op de voorgrond van zwarte bergen. Subliem. Een beeld om bij te dromen.
Om van te dromen ? Ik droom allang niet meer van Santiago. Voor mezelf is het reeds lang genoeg geweest. Ik snak echt naar huis : naar Marieken, Stefaan en Lot, Gerrit-Jan, de familie, de vrienden,...

Frank

Vorig Terug naar dagboek Volgend